Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet medezeggenschap op scholen

 

Artikel 14 Instemmingsbevoegdheid ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad bij een school als bedoeld in de WVO of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC
1
Het bevoegd gezag van een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs en van een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders en de leerlingen is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:
a
de vaststelling van de schoolgids;
b
vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot activiteiten die buiten de voor de school geldende onderwijstijd worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag;
c
vaststelling van de onderwijstijd.
2
Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:
a
regeling van de gevolgen voor de ouders van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 11, onder c, d, e en m;
b
verandering van de grondslag van de school of omzetting van de school of van een onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;
c
de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan;
d
de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het beheersbaar houden van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd voor schoolboeken en lesmateriaal, noodzakelijk om het onderwijs aan de school te kunnen volgen, en voor andere schoolkosten, die door het bevoegd gezag noodzakelijk worden bevonden;
e
vaststelling of wijziging van een mogelijk ouderstatuut;
f
vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van ouders;
g
vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders;
h
vaststelling of wijziging van de regeling, bedoeld in artikel 28, voor zover die betrekking heeft op ouders.
3
Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de leerlingen is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden:
a
regeling van de gevolgen voor de leerlingen van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 11, onder c, d, e en m;
b
vaststelling of wijziging van het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een mogelijk leerlingenstatuut anders dan bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
c
vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van de leerlingen;
d
vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van leerlingen;
e
vaststelling of wijziging van de regeling, bedoeld in artikel 28, voor zover die betrekking heeft op leerlingen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •